Noordoost
Massasoit was de sachem (hoofdman)die het eerst contact maakte. Dat ging wel via Squanto, die al kennis had gemaakt met de Engelsen en als tolk fungeerde.Squanto was zoals meerdere indianen ontvoert en als slaaf naar Engeland overgebracht. Later keerde hij terug de Engelse taal rijker geworden. In eerste instantie was het contact met de indianen vredelievend.
Er werd een verdrag gesloten en de indianen hielpen de blanken bij de mislukte oogsten. Daaruit is Thanksgiving ontstaan. Het had niets te maken met een gezamenlijke maaltijd, wat wel eens wordt beweerd. Het wordt nog elk jaar gevierd. Door de groeiende landhonger van de blanken werd de verstandhouding minder en minder. Met name na de beestachtige vernietiging van het Pequot-dorp van Sassacus in 1637 door de kolonisten werd het wederzijds wantrouwen groter. Uncas van de Mohegan met wie de Pequot samen een eenheid vormde speelde daarbij de rol van verrader omdat hij de macht van Sassacus wilde indammen. De Mohegan niet verwarren met de Mahican. Uncas heeft ook niets uitstaande met De laatste der Mohicanen. Dat verhaal speelt zich ruim een eeuw later af!
Metacomet werd verraden door één van zijn eigen mensen (Alderman) (oorspronkelijk een bidindiaan), hij werd vermoord en onthoofd. Zijn vrouw en kinderen werden als slaven verkocht. Ook Weetamo vond de dood.
Het portret hiernaast zou van Weetamo kunnen zijn of van de vrouw van
Metacomet, Wootonekanuske.
Een van de prominente rollen door de Britten werd in deze strijd vertolkt door captain Benjamin Church, die misschien wel wat begrip had voor de mening van de indianen maar uiteindelijk toch koos voor de harde opstelling ten gunste van de Engelse kolonie.
Iroquois
Soms zijn stammen weer opgedeeld in kleinere "bands" Ik beschrijf er enkele. Bij de Iroquois ging het om een federatie van 5(later 6)stammen. De Haudenosaunee zoals zij zich zelf noemden.
Seneca- "Volk van de grote heuvel"
Cayuga- "Volk van het modderland"
Onondaga- "Het volk op de heuvels"
Oneida- "Het volk van de staande steen"
Mohawk- "De eigenaars van de vuursteen"
Tuscarora-"De hennepverzamelaars" of "het volk dat de hemden draagt"( na 1722)
Het bestel bij de Iroquois was zeer democratisch. Sachems en Sachamores.(onderhoofden) werden gekozen. Soms was de titel erfelijk via de moederlijke lijn. Vrouwen hadden veel te vertellen ook in de raad. Ooit hebben ze de samenwerking aangegaan om sterk te staan tegenover hun vijanden. Nu dat eenmaal was gebeurd maakten ze wel voor een lange tijd de dienst uit in de streek ten koste van andere stammen.Die werden verder naar het westen gedreven. Vaak maakten de Iroquois gevangenen om die of te martelen(als eerbetoon) maar vaker nog om ze in hun eigen stam op te nemen. Zeker als vijanden geen kik gaven bij die marteling kregen ze generaal pardon en konden alsnog in de stam worden opgenomen. Lafaards werden gedood.
De Amerikaanse vorm van democratie is van deze stam afgekeken. Volgens de legende is deze ontwikkeling en het verbond tussen de 5 naties opgezet door de grote Hiawatha in 1570. In een andere versie was het Deganawida in 1650.Om het ingewikkelder te maken: sommige indianen trokken eropuit in familiegroepen. Bij een aantal stammen gingen families weer op in clans . (zie ook Noordwestkust). Meestal hadden ze de naam van een dier. Ook bij de Iroquois kwamen clans voor. Bekende stamhoofden waren oa. King Hendrick, Red Jacket, Cornplanter en Joseph Brant ( zie verderop). Er zijn een paar portretten van Hendrick bekend, maar allemaal anders. De tatouage wordt steeds weergegeven en de vredesmedaille. Hendrick stierf in 1756.
De Iroquois hadden goede contacten met eerst de Nederlanders en later de Engelsen. ( The Covenant Chain) Alleen de Seneca verbonden zich een tijdje met de Fransen in de French and Idian War tussen 1754 en 1763.
Micmac
De Micmac in het uiterste noorden van dit gebied zijn vooral herkenbaar aan hun typische klederdracht(overigens pas uit latere tijd). Met name de puntige hoofdbedekking van de dames is opvallend. Verder kunnen we de versiering van de kleding een beetje vergelijken met die van de Seminolen in het Zuidoosten(patchwork),maar dan wel in een andere stijl. Ook de Naskapi uit Canada, de Passamaquodi, Maliseet en Penobscot hadden een dergelijke stijl in de 19e eeuw.
De Beothuk op New Foundland zorgden trouwens voor de merkwaardige benaming roodhuiden (des Peaux Rouges), de benaming die Franse vissers hen gaven omdat zij hun gezicht en kleding insmeerden met een aardachtige rode verfstof.
Ook hun kano's hadden een grappige afwijkende vorm.In het midden loopt het weer in een punt omhoog. Helaas zijn de Beothuk zo goed als uitgeroeid op het eiland.
In het algemeen waren er twee typen woningen in dit gebied:
1. Wigwam, Wigwassiagamig, Het is hut van gebogen takken bedekt met boommast, gevlochten matten of dierenhuiden.
2. Longhouse, Gonanh'see, met name bij de Huron en Iroquois bekend. In deze wat langere wigwam, 6 meter hoog en breed en 20 meter lang, woonden familiegroepen.(clans) Rondom een vuur sliepen en zaten de indianen aan de lange zijden van het huis.
Het leven van alledag
De wigwam- en/of longhousedorpen waren vaak omgeven door palisades. Rondom het dorp werden kleine tuinen en akkertjes onderhouden met pompoenen, watermeloenen(succotash), bonen,maïs en tabak. Maïs werd vermalen in holle houten potten met een stamper(Mortar and pestler) De tabak werd in kleine pijpjes gerookt. Er was ook een zoete aardappel bekend. Soms werd de vredespijp gerookt, de Calumet. zie ook prairie
De slash and burn methode werd toegepast. Delen van het bos werden gekapt en de stronken verbrand. Dat leverde vruchtbare grond op. Als de grond was uitgeput gaf men het weer terug aan het bos en zocht men weer een nieuwe plek. De Engelse kolonisten maakten later dankbaar gebruik van akkers die door de indianen niet meer werden gebruikt. In de bossen werden natuurlijk allerlei noten en vruchten ver- zameld. De jacht was op bosdieren: Herten, Eland en kleiner wild. De kalkoen was uiteraard een geliefd voedsel( denk aan Thanksgiving) In zee werd gevist op onder o.a. heilbot, maar ook op zwaardvissen en zelfs incidenteel op de walvis. Uit rivieren werd vooral de zalm gehaald.
De methode was vaak het speervissen, soms ook 's-nachts Aan de kust werden veel schelpdieren verzameld. Het vervoermiddel te water was de uitgeholde boomstam als kano Van schelpen werden versieringen gemaakt en de Wampumgordel, die als een soort betaalmiddel werd gebruikt.
Voorraden werden in gevlochte manden of potten van klei bewaard. Deze liepen vaak onderaan taps toe, zo kon je ze half in de grond zetten en rondom een vuur aanleggen.
Rond de meren gebuikte men ook berkenbasten mandjes Het leven kon hard zijn. Voortdurend raakten de stammen onderling in conflict. Later werden indianenstammen tegen elkaar uitgespeeld in de oorlogen tussen de Engelsen,Fransen en Amerikanen.
En dan nog het verzet tegen de steeds talrijkere kolonisten. Oorlog en strijd was dus voor de krijgers een dagelijkse werkelijk- heid. Met name de Iroquois lieten hun macht in de omgeving gelden. Een geducht wapen was de "Tomahawk".
Deze handeling is erg bekend geworden als krijgshandeling van indianen. Werd bij onze oude beschavingen vaak het hoofd als trofee meegenomen als teken van de verslagen vijand. In Zuid-Amerika was daarna zelfs het laten krimpen van dit hoofd een "verfraaiing" van de trofee. Bij de Noordamerikaanse indianen was scalperen de gewoonte. Rond de haarbos werd de hoofdhuid ingesneden en dan het haar met huid mee losgetrokken. Niet altijd liep het fataal voor een nog levend slachtoffer af. Soms werd de scalp genomen nadat de vijand was gedood.
De scalp werd soms aan een speer of staak vastgemaakt als versiering rondom de woning. Soms werden scalpen aan de kledig vastgenaaid.
Of het echt een indiaanse uitvinding was is nog maar de vraag. Waarschijnlijker is het dat we het zelf hebben ingevoerd. In de oude wereld was het scalperen al bekend. Een van de theoriën vermeldt een oorsprong in Rusland. Als het er al was is het met name door de Nederlanders aangemoedigd. Een goeverneur van Nieuw Amsterdam op Manhattan is de schuldige. Manhattan is eens voor 60 gulden aan kralen en andere snuisterijen van de indianen(Manhattoes, een Delaware substam) gekocht door Peter Minuit. De indianen gingen niet uit van verkoop. De Nederlanders werden in het stammenverband opgenomen en mochten op hun grondgebied wonen. In ruil daarvoor moesten ze wel meehelpen als de indianen zich moesten verdedigen tegen b.v. de Irokezen. In 1625 werd Nieuw Amsterdam gesticht. De opvolgers van Minuit, Krol en Van Twiller probeerden te profiteren van de Indianen. Ze verkochten hen o.a.sterke drank om hen te beinvloeden land af te staan. Wampum werd van symbolische waarde voor de Indianen omgezet tot betaalmiddel door de Nederlanders. Door de drank kwamen indianen ook meer betrokken bij schermutselingen of conflicten.In het Noorden in de kolonie Renselaerswyck (Fort Oranje) werden de Mohawks aangezet tot grootscheepse beverjacht waardoor de indianen eigenlijk hun eigen milieu de das om deden.
De ergste goeverneur was Willem Kieft. Hij wilde dat de indianen belasting betaalden en dat zette kwaad bloed bij de stammen: de Raritans, Wechquaesgeck, Esopus en Tappan. Dit waren allemaal Delaware onderstammen ( Leni Lenape).
Hij loofde grote beloningen uit voor indianenscalpen. Hij vond de indianen in de omgeving maar een doorn in het oog: ze stonden hem in de weg.
Hun protesten vond hij vervelend. Hij liet veel indianen beestachtig ombrengen. Het verhaal gaat dat hij Indianen liet onthoofden, de Nederlanders voetbalden daarmee of plaatsten ze op palen. Hij was over het algemeen autoritair. Gelukkig is hij maar kort aan de macht geweest. Hij werd snel door de Nederlanders afgezet en vervangen door Peter Stuyvesandt, ook niet een heel tolerant figuur, maar redelijker in zijn houding ten opzichte van de indianen. In 1659 kwam er in dit gebied ook nog eens een Pokkenepidemie over de stammen en dat kosten 90% van de aanwezige stammen het leven. Toen de Engelsen de kolonie overnamen in 1664 was het verzet van de indianen al verbroken en moesten ze nog meer land afstaan. Met name de Irokezen hadden in het begin veel contact met de Hollanders van o.a. Fort Oranje. Mogelijk hebben ze het scalperen nog meer verbreid naar andere Noordoostelijke stammen. Toen de indianen gedwongen naar het westen moesten trekken werd het scalperen al snel over de hele prairie en andere gebieden een regelmatige gewoonte. Het is ook bekend dat er in het Zuid-Westen ook beloningen (prijzen)werden geven voor Apachescalpen door blanken.
De Delawarestammen werden steeds meer naar het westen verdreven ( zie Teedjuskun). Toen later de Susquehannock zich verzetten tegen de kolonie taande de invloed van de Nederlanders. Ondermeer Stateneiland werd verlaten.
De eerste kolonie: Roanoke
De eerste zeevaarders die in Virginia aan wal gingen en een kolonie probeerden te stichten noemden die Roanoke. Dit gebeurde in 1585.Deze eerste kolonisten waren nog hulpbehoevend. De allereerste groep keerde zelfs terug naar Engeland in 1586 omdat ze het niet meer zagen zitten. De tweede groep bestond uit 15 man.
Achtergelaten door Sir Walter Raleigh. Zij zijn zeker in het begin geholpen door de plaatselijke bevolking. Deze indianen zoals veel indianen in Virginia waren vooral herkenbaar aan de blauwe tatoeages op gezicht of lichaam. De kleding bestond vaak uit eenvoudige omgeslagen hertenhuiden als hemd of rok. Het haar werd meestal heel kort of als één lok gedragen. Woningen waren meestal wigwams met huiden bekleed. Dorpen werden ompaald. De eerste kolonie werd later nooit meer teruggevonden. Of de verstandhouding met de indianen verslechterde of de kolonisten zijn getroffen door ziekte of natuurramp. Dat de verstandhouding kon verslechteren was niet zo verwonderlijk omdat Spaanse zeelieden regelmatig de kust afstroopten op zoek naar slaven. Het wantrouwen van de indianen werd daarmee aangewakkerd. Later werd er opnieuw een Engelse kolonie gesticht door John Smith in 1609. Zie verder bij Pocahontas.
Pocahontas en Powhatan
De naam van Pocahontas spreekt tot de verbeelding. Er zijn ook allerlei legendarische verhalen onstaan rond haar figuur. De spectaculaire redding van kapitein John Smith, waarbij het meisje zich op zijn rug wierp toen haar vader Powhatan hem wilde doden is waarschijnlijk uit de fantasierijke pen gevloeid van John zelf. De echte naam van deze hoofdman was Wahunsunacawh.
Pocahontas was, toen John Smith landde ,niet ouder dan 12 jaar. Ze heeft wel een meer dan vriendelijk contact gehad met de kolonisten van Jamestown. Hun leven hing soms aan een zijden draadje, want de verstandhouding met de Powhatan-stam was niet altijd denderend.
Het is niet zeker of John en Pocahontas een amoureuze verhouding hebben gehad. Het is wel mogelijk. Later trouwde Pocahontas met John Rolfe. Hij nam haar naar Engeland mee en stelde haar voor aan het hof. In Engeland kreeg ze de naam Lady Rebekka en daarbij kreeg ze ook een passend kostuum aangemeten.
Aanvankelijk was ze gelukkig maar dat was van korte duur. Ze werd ziek en stierf op nog jeugdige leeftijd juist op het moment dat ze met haar man weer terug zou keren naar Virginia. Niet lang daarna stierf Powhatan. Met de goede verstandhouding was het over.
De indianen waren zeer ontevreden over de hebzucht en landhonger van de Engelsen. Powhatans broer Opitchapan ook wel Opechancanough genoemd, sachem van de Pamunkey ging een verbeten strijd aan in 1622. De indianen slaagden er niet in de Engelsen te verjagen, maar aan beide zijden vielen er veel slachtoffers. In 1644 kreeg Opechancanough, hij moet toen 100 jaar zijn geweest, in de gevangenis een kogel in de rug.
In het begin van de 18e eeuw werden indianen betrokken bij de oorlog tussen de Fransen en Engelsen. Met name veel Canadese indianen, onder andere van stammen die door de Iroquois waren verdreven of zich hadden verplaatst na de KIng Phillip War vochten aan de kant van de Fransen tegen de Iroqouois, met name de Mohawk o.a. uit Stockbridge, die bondgenoten waren van de Engelsen. Er werden over en weer krijgstochten en aanvallen uitgevoerd. Deze schermutselingen staan bekend onder de naam French and Indian War. Van 1754-1763
De indiaan op de afbeelding is een van die Canadeze indianen, mogelijk een Abenaki. De Abenaki vochten al eerder tijdens de King William's War ( ja, stadhouder Willem III van ons) en Queen Anns War daarna. Een van de gevechten vond plaats bij Deerfield.
Ook Teedyuscung, geboren in 1700, hoofdman van de Delawares kreeg te maken met de indianen die aan de kant van de Fransen vochten. Omdat hij met zijn stam in Wyoming verbleef met toestemming van de Iroquois, zou je verwachten dat zij van hem eisten om zich tegen deze stammen te verweren. Maar hij kreeg juist geen permissie. Aan de andere kant moest Teedyuskung zich verweren tegen de nieuwe kolonisten. Ondanks de belofte van de Quakers, dat de indianen hun grondgebied mochten behouden kregen de kolonisten het voor elkaar langzamerhand steeds meer land van de indianen af te troggelen (Walking Purchase 1737). De King of the Delawares, zoals Teedyuscung zich zelf noemde probeerde ook met onderhandelingen te knokken voor zijn stam en zijn plek in Wyoming. Andere sachems zoals Tishcohan ondertekenden de Purchase wel. Daarbij zei hij ook vertegenwoordiger te zijn van o.a. de Shawnee en de Iroquois. Die laatsten waren het daar niet mee eens en gaven hem geen steun. Teedyuscung kwam steeds meer in het nauw. De Iroquois brachten hem zover de vrede te tekenen in 1758. In 1763 werd zijn kamp invuur en vlam gezet door brandstichters. Dat waren kolonisten en enkele Iroquois, omdat de hoofdman zich tegen de Engelsen , met name in Pennsylvania had gekeerd. Het opperhoofd kwam om in de vlammen terwijl hij lag te slapen. Steeds meer Delawares werden naar het westen verdreven. Overigens komt de naam van de Fransman De la War. De Delawares noemden zichzelf Leni Lenape. Er wordt ook wel eens melding gemaakt van de Wappinger Confederatie!
De Shawnee leefden in de Wouden in het Oosten van de Verenigde Staten. Zij kregen met de blanken te maken toen de kolonieën al volop draaiden. De afdelingen heetten: Hathawekela, Pekowi, Kispoko en Chillicothe. De bekendste leider is natuurlijk wel Tecumseh (ook wel Shooting Star) genoemd. die als eerste een pan-indiaans verzet op gang zette. Voor die tijd zette hij zich o.a. in voor de strijd van Little Turtle van de Miami tegen de Amerikanen. Dat was in 1780 en 1790. Er werden diverse stammen uit de Ohio valley op de been gebracht, o.a. ook de Piankashaw en de Wea. De Shawnee stonden in die tijd onder leiding van Blue Jacket, de Delawares vochten mee onder Buckongahelas. Toen behaalde de Indianen overwinningen op het Amerikaanse leger. Het gevecht bij de Fallen Timbers tegen Amerikanse trappers , jagers en soldaten is bekend, maar tevens het eind van de strijd. Dat was rond 1794.
Daarna boog Little Turtle steeds meer zijn hoofd voor de blanken. terwijl Tecumseh zich bleef verzetten tegen inmenging van de Amerikanen en weigeren van het tekenen van welk verdrag ook!
Er is één portret bekend van Little Turtle en zefs dat was weer een kopie. Het origineel ging verloren. Er is een nogal hoog onnatuurlijk voorhoofd te zien. In die tijd waren de blanken nog niet gewend om het haar alleen achter op het hoofd te dragen. Dit portret is mijn interpretatie van het Miami opperhoofd, geen grote, maar een groot man.
Ook had Tecumseh het nog al eens aan de stok met Daniël Boone, de beroemde pionier. In zijn zoektocht naar stammen die met zijn plan mee wilde doen ging hij zelfs tot aan de prairiestammen en in het zuiden naar de Creeks. Het grote verzet van Tecumseh mislukte ten dele omdat niet alle stammen zich wilden aansluiten en deels omdat Tenskwatawa, de profeet (een broer van Tecumseh) te vroeg het leger onder William Henry Harrison provoseerde in de Slag bij de Tipcanoe.(Prophetstown)
Shabbona of Houtskoolbrander , een luitenant van Tecumseh, had er alles aan gedaan om Tenskwatawa tot andere gedachten te brengen. In 1813 vocht Tecumseh zijn laatste slag in dienst van de Engelsen tegen de Amerikanen. Dat was de slag bij de Thames. Daar werd hij dodelijk getroffen. Shabonna streed aan zijn zijde. Shabonna werd groot Sachem van de Potawatomi en wist de stam later uit de Black Hawk War te houden. Hij stierf in 1859.
Deze hoofdman van de Ottawa wist in 1763 een aantal stammen rond de grote meren zover te krijgen in verzet te komen. Dit waren oa. de Ottawas,Potawatomies,Chippewas,.Kickapoos,Delawares, Illinois, Miamis, Hurons, Senecas en Shawnees, Dit was in het gebied van waar nu de stad Chicago ligt. De indianen vielen verschillende Engelse forten aan. Onder andere Fort William Pit.
Een aantal forten waren niet goed beschermd. Pontiac had een goed verstandhouding met de Fransen waarmee hij handel dreef. In zijn verzet rekende hij op de Franse ondersteuning, maar die kwam niet. Aanvankelijk hadden de indianen veel succes. Toen bij een bezoek van Pontiac en een aantal andere indianen aan een fort met pokken besmette dekens werden aangeboden was het snel met het verzet gedaan, want steeds meer stammen haakten af. Veel indianen stierven aan de pokken en Pontiac moest zich gedwongen overgeven. Later werd hij door een indiaan van een andere stam (Peoria)vermoord tijdens een eenzame kanotocht. Misschien gaf deze indiaan Pontiac de schuld van de teloorgang van de indianen in dat gebied en de gedwongen verhuizing.
Hij werd geboren in 1742 en stierf in 1807 te Canada. Op jeugdige leeftijd nam hij al de eerste scalp. Deze intelligente Mohawk kreeg gedeeltelijk een Engelse opvoeding. In de begintijd vocht hij natuurlijk voor de engelsen tegen de Franse kolonisten. In de vrijheidsstrijd van de Amerikanen tegen de Engelsen in 1776 koos hij weer de kant van de Engelsen. De Irokezen waren verdeeld: de Oneidas en Tuscaroras kozen de zijde van de Amerikanen. De andere kozen voor de Engelsen. Joseph(Thayendanegae) zorgde wel altijd voor dat erop een bepaalde manier fair werd gevochten: geen zinloze slachtpartijen.
Joseph Brant
De Sauk stam had samenwerking gezocht met de Fox (Mesquakie). De Fox hadden zich aangesloten na een lange confrontatie met Franse aanvallen in samenwerking met Ojibway en Dakota. Als één stam gingen ze verder vanaf 1733. Langzamerhand werden de indianen gedwongen zich te vestigen achter de Mississipi. Black Hawk, geboren in 1767 als Sauk, verzette zich ertegen en wilde terugvechten. Hij had al meegevochten aan de zijde van Tecumseh in 1812/13. Een andere leider: Keokuk vond het verstandig toe te geven. Dat maakte de verstandhouding tussen de twee niet best. In 1835 als Makataime Shekiakiak (Hawks indiaanse naam) weigert de rivier over te steken, probeert het leger hem te dwingen. Hij weet met zijn kijgers het leger een aantal keren te weerstaan en met een kluitje in het riet te sturen. Totdat in de slag bij de Mississipi een groot deel van de stam, vooral vrouwen en kinderen, wordt neergemaaid of verdrinkt. Black Hawk geeft zich over en mag naar zijn stam terugkeren, maar niet als opperhoofd. Dat wordt (in zijn ogen)slijmbal Keokuk. Voor de Amerikanen was Keokuk natuurlijk een voorbeeldig hoofdman. Black Hawk overlijdt in 1838.
Rond 1920 meldden zich diverse Mohawks (Caughnawagas) voor gevaarlijk werk op grote hoogte bij het bouwen van bruggen en wolkenkrabbers in o.a. New York ( Empire State Building, Chrysler Building en george Wahington Bridge). Van de gelegenheid werd ook gebruik gemaakt om aandacht te vragen voor hun problemen vooraltoen Diabo werd gearresteerd op beschuldiging van illegaal werk.
Diabo won de rechtspraak.
In 1922 stierf John Smith van Leech Lake , een Ojibwe. Hij gaf altijd aan in 1785 geboren te zijn. Dan zou hij dus 137 jaar oud zijn geworden. Op een van de foto's van hem was zijn huid ook diep doorgroefd de Grand Canyon gelijkend. De Ojibwe hadden veel respect voor ouderen, getuige het woord voor oudere: gichi-aya'aa, wat grootheid of geweldig persoon betekent. In zijn jonge jaren streed hij tegen de Dakota.
Ook bij niet echt "indiaanse" aangelegenheden kwamen indianen in het nieuws!:
Bij de miss-verkiezing van de Potawatomi werd Miss Grinnel in 1929 verkozen tot mooiste indiaanse. Dit festijn vond plaats in Kansas.
De Sauk -en Foxstam leverde een Olympisch kampioen in 1912. In Zweden behaalde Jim Thorpe verschillende kampioenschappen. Later speelde hij voetbal en basebal. Hij wordt beschouwd als één, zo niet de beste Amerikaanse voetballer aller tijden. In 1950 werd hij benoemd tot de beste atleet van de Halve eeuw. Hij stierf in 1953.
Jim Thorpe 1983. Notabene de gouverneur van New Mexico zoekt een nieuwe staatssecretaris voor natuurlijke hulpbronnen en vindt die in de Mohawk Indiaanse, mevr. Dr. Shirley Hill Witt uit Akwesasne. Ze krijgt het beheer over 47 natuurgebieden in deze staat en toezicht op de bossen, visserij en waterreservoirs.
1990. Mohawks bezetten Oka uit protest tegen het willen uitbreiden van een golfbaan ten koste van grondgebied , dat aan de indianen toebehoort. Het protest is grimmig. De indianen dreigen de elekriciteitsvoorziening via de waterkrachtcentrale te stagneren. het grondgebied van de Mohawks werd toch al zonder toestemming van de indianen afgekalverd en volgebouwd.
Op 11 juli wordt bij een bestorming van de blokkade door de politie een politieman neergeschoten. Later wil de regering zelfs het leger inzetten. Men wilde wel een vreedzame interventie. In augustus werden de barricades opgeruimd bij de Mercierbrug door Mohawks en soldaten. Maar die bij Oka bleven bestaan. Ook in september bleven nog 25 indianen weerstand bieden aan de politie die zochten naar vergelding. Chief Joseph Norton bezoekt ons land en reist door naar Straatsburg om bij het Europese parlement aandacht te vragen voor de situatie.
Er zijn momenteel 5 groepen Wampanoags. Slechts twee groepen zijn officieel erkend door de overheid: De stam van Gay Head ( Martha's Vineyard) en de Mashpee Wampanoag Tribe. Niemand spreekt de taal nog. Men probeert die taal uit oude documenten tot leven te wekken.